VI

Hij grijnst wenend naar het donker,
naar ijzeren dromen. Neemt geen besluiten
om middernacht. Wrakke souvenirs zijn
herinneringen aan wat nog komen moet.

Woordloze leugens lachen hoogmoedig

om ongevangen daders. Zolang wijsheid
woede weet te bekoelen, zolang verraad
veracht wordt mogen hetere vuren.
In armere kleuren rilt april.